Veni Domine Iesu

Veni Domine Iesu
De Tent van God bij de mensen en Hij zal bij hen verblijven

dinsdag 29 oktober 2019

Rechter Ibzan

Rechter Ibzan verschijnt in het verslag van het boek Rechters in Rechters 12 >>

En na hem werd Ibzan uit Beth Lechem rechter over Israël.
Js 30:18 heeft ook GW 2245 >> En daarom zal YHWH er naar uitzien jullie gunst te bewijzen, en daarom zal hij opstaan om jullie barmhartigheid te betonen. Want YHWH is een God van recht. Gelukkig allen die hem verwachten.

En hij kreeg dertig zonen en dertig dochters. Hij zond buitenshuis en deed van buiten dertig dochters komen voor zijn zonen. En gedurende zeven jaar bleef hij rechter over Israël. 

De GW van de vv 8 en 9 tezamen is 8268 ≈≈ 1Tm 3:4 >> Die [een opziener binnen een lokale gemeente] voortreffelijk leiding geeft aan het eigen huis, die met alle ernst kinderen in onderworpenheid heeft.
Toen stierf Ibzan en werd te Beth Lechem begraven.

GW 1409 is ook die van Kl 3:26 >> Goed is het dat men wacht, ja, in stilheid, op de redding van YHWH.
De vv 9 en 10 hebben tezamen GW 7432 ≈≈ Rm 16:3 >> Groet Priska en Akulas, mijn medearbeiders in Masjiach Yeshua.

GW 9677 ≈≈ Rm 12:19 >> Wreekt jezelf niet, geliefden, maar geeft plaats aan de toorn, want er staat geschreven: Aan mij de wraak, ik zal vergelden, zegt de Heer.  

Omdat ook Boaz uit Beth Lechem was en bovendien in de zelfde tijd leefde als de rechters, is men in rabbijnse kringen de mening toegedaan dat hij dezelfde moet zijn als Ibzan (Rt 1:1).
En die opvatting zou juist kunnen zijn. De GW van Boaz is namelijk 79 [2+70+7] en die van Ibzan 143 [1+2+90+50]; een vermeerdering derhalve met 64. Die GW 64 is opvallend aanwezig in het werkwoord oordelen:

Dan zal zijn volk oordelen (Gn 49:16). En ook: YHWH zal zijn volk oordelen (Dt 32:36).

Terwijl in het Ruthverhaal Yeshua als de tegenbeeldige Boaz de Loskoper wordt van de twee Vrouwgemeenten die tezamen het ene Israël Gods vormen, wordt hij als het tegenbeeld van Ibzan óók de rechter van Israël. Wanneer in het bijzonder? Blijkens vers 2 tijdens de zeven jaar van de laatste Week voor Israël:
  
Het merkwaardige vers 9, dat overigens moeilijk is weer te geven, heeft de waarde 6023!
Daardoor valt de duur van Yeshua’s rechterschap samen met de zeven jaar van de 70ste Jaarweek voor Israël; de periode 6023 - 6030 AM derhalve. Enkele kanttekeningen daarbij:

1.) Ibzan was rijk aan kinderen.
Gerelateerd aan zijn tegenbeeld Yeshua, doet ons dat denken aan het feit dat hij volgens Jesaja 9 een eeuwige vader wordt voor allen die in geloof zullen steunen op de loskopende waarde van zijn offer.
Opvallend is dat in vers 9 het getal 30 tot driemaal toe verschijnt. Dat herinnert aan de stam Juda (Jehoedah; met GW 30) - waartoe Boaz/Ibzan en Yeshua behoorden - én aan de Joden in het algemeen, zoals de Israëlieten in latere tijden bekend kwamen te staan.

Jehoedah betekent GeprezenLofprijzing.
In zijn sterfbedprofetie zei Jakob over de stam Juda: Wat u betreft, Jehoedah, uw broeders zullen u prijzen (Gn 49:8).
En volgens Rm 2:28-29 is niet hij een Jood die het uiterlijk is, en niet dat is besnijdenis wat uiterlijk, aan het vlees, geschiedt. Maar hij is een Jood die het in het verborgene is, en besnijdenis is die van het hart, in geest, niet naar de letter; wiens lof niet uit mensen is, maar uit God.

In het Overblijfsel zullen zulke ware Joden in de 70ste Week weer op het religieuze toneel van de wereld verschijnen, vooral vanaf 6026 AM, het Midden van de Week, wanneer krachtens het Nieuwe Verbond Gods geest op hen wordt uitgestort. Ook zullen dan vele personen uit de Heidenvolken zich met die ware Joden identificeren omdat zij zullen opmerken dat van alle religieuze denominaties slechts zij namens God zullen handelen; dat hij uitsluitend hen machtigt om als zijn woordvoerders op te treden.

In Zc 8:23 is al lang geleden profetisch aangegeven dat mensen uit alle talen der Heidenvolken (de schapen van Mt 25:31-46) in die dagen zullen vastgrijpen, ja, zij zullen vastgrijpen de slip van het kleed van een man, een Jood, en zeggen: Wij gaan met je mee, want wij hebben gehoord dat God met jullie is.

Vanuit dat gezichtspunt valt het te verklaren dat Ibzan voor zijn dertig zonen dertig dochters vanuit de buitenwereld binnen bracht, en tegelijkertijd zijn eigen dertig dochters naar de buitenwereld liet gaan.
De verbintenis tussen de 'schapen' uit de Heidenvolken en de ware Joden in de Eindtijd wordt als het ware tot een huwelijksverbond, wat ook moge blijken uit de zinsnede de slip vastgrijpen van het kleed van een man die een Jood is.

Vergelijk Rt 3:9 en Ez 16:8 waar "slip" (of “vleugel”) symbool staat voor de huwelijksrelatie.

2.) De mannen die in het boek Rechters als 'rechters' optraden waren personen die door Israëls God YHWH bij speciale gelegenheden werden verwekt, meestal om leiding te geven aan acties om het volk te bevrijden van de dienstbaarheid aan Heidense overheersing, waaraan zij door hun ontrouw eerder door God zelf waren overgegeven (Rc 2:11-16).
  
In de hoofdstukken 4 en 5 van het Bijbelboek Micha verschijnt profetisch de Rechter van Israël, Yeshua Masjiach. Blijkens Mc 4:1 in een eindtijdsetting, waarmee we dus weer terug zijn bij 6023 - 6030 AM:

Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het Huis van YHWH vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken ernaartoe zullen stromen. Vele Heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen:
   Kom, laten wij opgaan naar de berg van YHWH,
   naar het Huis van de God van Jakob;
   dan zal hij ons onderwijzen aangaande zijn wegen,
   en zullen wij zijn paden bewandelen.

Want uit Sion zal wet uitgaan en het woord van YHWH uit Jeruzalem. Hij zal oordelen tussen vele volken en machtige Heidenvolken vonnissen, tot ver weg. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren. Maar zij zullen zitten, ieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgenboom, niemand zal ze schrik aanjagen, want de mond van YHWH van de legermachten heeft het gesproken. Want alle volken gaan op weg, elk in de naam van zijn god, maar wij zullen op weg gaan in de naam van YHWH, onze God, voor eeuwig en altijd.

Op die dag, spreekt YHWH, zal ik verzamelen wie mank gaat, bijeenbrengen wie verdreven is en wie ik kwaad aangedaan heb. Ik zal wie mank gaat, stellen tot een overblijfsel en wie verdreven was tot een machtig volk, en YHWH zal over hen koning zijn op de berg Sion, van nu aan tot in eeuwigheid (4:1-7).

Maar jij, Betlehem Efrata, te gering om te zijn bij de duizenden van Juda, uit jou zal er een voor míj voortkomen om heerser te zijn in Israël; zijn herkomst is uit de voortijd, uit de dagen van eeuwig! (5:2)… Het overblijfsel van Jakob zal zijn te midden van vele volken als dauw van YHWH, als regendruppels op het gewas, dat niet uitziet naar iemand en niet hoopt op mensenkinderen (5:7)

In schitterende profetische bewoordingen tekent Micha het verloop van de 70ste Week voor Israël:
• De aanbidding van YHWH Elohim wordt hoog verheven in het verschijnen van de Tempelstad Nieuw Jeruzalem.
• Mensen uit de Heidenvolken die de ware aanbidding willen beoefenen dienen zich daarheen te wenden.
• Terwijl de mensen uit die volken in grote meerderheid zullen blijven doen wat zij altijd al gewoon waren te doen - het nalopen van hen die geen goden zijn, in het bijzonder de agressieve, antichristelijke Assyriër - zal het Overblijfsel van Jakob uitsluitend wandelen in de naam van YHWH.
• Voor de minderheid uit de Heidenvolken die zich daarin bij hen aansluiten, zullen zij als dauw van YHWH worden.
• Israëls ware Rechter, hun Messias, zal door de meerderheid nog steeds worden afgewezen; zinnebeeldig slaat men hem met de stok op de wang.
    Vergelijk Mt 26:67-6827:30.

• Maar die Rechter is de enige die werkelijk aan het van Godswege verschafte profiel beantwoordt. Hij bezit de echte 'geloofsbrieven': De uit Bethlehem afkomstige Bestuurder; uit het Huis des Broods, maar wiens oorsprong veel verder teruggaat, helemaal naar oude tijden in een ver verleden, toen hij vanaf een begin bij God was; in zijn pre-existentie (Jh 1:1).

Geen opmerkingen: