Tegen het einde van zijn Derde zendingsreis bracht de apostel Paulus een week door in Troas. Van die gelegenheid maakte hij gebruik om de gemeente aldaar aan te moedigen. Op de zondagavond voor zijn vertrek (op de volgende dag) sprak hij zijn broeders in Troas tot middernacht toe. Hij had op dat moment duidelijk veel op het hart:
Omdat Paulus de volgende dag zou vertrekken, sprak hij de aanwezigen toe. Zijn toespraak duurde tot middernacht. In de bovenkamer waar we bijeengekomen waren, brandden heel wat lampen. Een jonge man die Eutychus heette, zat in het venster en viel in een diepe slaap terwijl Paulus aan het spreken was. In zijn slaap viel Eutychus van de derde verdieping naar beneden en werd voor dood opgenomen. Maar Paulus ging naar beneden, wierp zich op hem, sloeg zijn armen om hem heen en zei ‘Maak geen misbaar, want zijn ziel is in hem’.
(Handelingen 20)
Kennelijk schrijft Lukas niet zonder reden dat er in de bovenkamer waar ze bijeen waren gekomen, veel lichten waren ontstoken. Die bovenzaal doet ons bijgevolg denken aan de hemel zelf, het ware tehuis dat voor Jezus’ Gemeente, zijn Lichaam, is bestemd. Met zijn overvloed aan licht is er in dat hemelse tehuis een overvloed aan geestelijk licht voor het onderwijs van de heiligen op aarde beschikbaar. In ieder geval was het geen gebrek aan licht dat de slaap van Eutychus veroorzaakte.
In deze jonge man - wiens naam welvarend, of succesvol, fortuinlijk betekent – kunnen wij een beeld van de wereldomvattende Gemeente onderscheiden, aanvankelijk verkerend in een voorspoedig geestelijk welvarende staat, maar die geleidelijk – na de vroege apostolische tijd - geestelijk ‘slaperig’ werd ten aanzien van de ware aard van Paulus’ onderwijs en dienst. Het afvallige Grote Babylon, in de vorm van de RK hiërarchie, deed vervolgens de rest door weldra een duister geestelijk kleed over het ware christendom te draperen, resulterend in de donkere Christenheid.
Daarnaast kan ook een mate van aardse welvaart de christen in slaap sussen, hem tevreden en ongevoelig makend voor zijn behoefte aan de volledige waarheid van het Woord Gods; in het bijzonder voor de waarheid van het hemelse karakter daarvan. Dan valt iemand, zelfs een geroepen christen, gemakkelijk uit zijn hoge positie, met dramatische consequenties.
De geschiedenis getuigt van dat feit. Eeuwenlang heeft de ware Gemeente in een slaperige toestand verkeerd ten aanzien van Paulus’ apostolische leringen. Ja, in dat opzicht was ze nagenoeg "dood".
In het geval van Eutychus lezen we echter dat Paulus zich naar beneden haastte en zich op Eutychus wierp en gelukkig kon uitroepen: "Zijn ziel (leven) is in hem".
Kennelijk was door Paulus’ ‘omhelzing’ Gods levenschenkende geest in Eutychus teruggekeerd, want eigenlijk was hij al zo goed als dood.
En zo kan er ook nu nog steeds uit de Geschriften van Paulus kracht en genade geput worden om een waarlijk herstel uit een praktisch dode toestand te realiseren.
Want na Eutychus’ herstel vond in dat bovenvertrek te Troas alsnog ‘het breken van het brood plaats’, gevolgd door het gebruik van het dagelijks noodzakelijke voedsel.
Sommigen brengen het gebeuren rond Eutychus, en waarschijnlijk niet onterecht, in verband met datgene wat wij verderop in dit hoofdstuk (20) lezen over de onheilspellende aankondiging die Paulus kort daarop – nog in die zelfde week - deed tegenover de Oudsten van Efeze die hij te Milete bij zich ontboden had:
Ik weet dat er na mijn vertrek onderdrukkende wolven bij jullie zullen binnendringen, die de kudde niet teder zullen behandelen. En uit jullie eigen midden zullen mannen opstaan die de waarheid zullen verdraaien om de discipelen achter zich aan te trekken (de vv 29 en 30).
Zie: De Afval
Eutychus had plaats genomen in het venster en viel in een diepe slaap terwijl Paulus aan het praten was. Hij zat dus op een zeer gevaarlijke plaats, om zo te zeggen op ‘de grens van twee werelden’: Enerzijds de wereld van het (geestelijke) licht – er waren immers in dat bovenvertrek heel wat lampen. Anderzijds de wereldse duisternis.
Om die reden is het blijkbaar helemaal niet toevallig dat de apostel, juist in zijn brief aan de Efeziërs, schreef: Ontwaak, jij die slaapt, en sta op uit de doden, en de Messias zal op je schijnen (5:14).
En ook lijkt het geen toeval te zijn dat Eutychus’ naam betekent welvarend. Want juist wereldse ‘voorspoed’ kan geestelijk slaperig maken. Zo zeer zelfs dat men geestelijk ‘in slaap sukkelt’.
En hoewel Paulus kort daarop de afval aankondigde - Uit jullie eigen midden zullen mannen opstaan die de waarheid zullen verdraaien – is het ook waar dat hij van zichzelf kon zeggen dat hij niet had nagelaten hun (leden van de Efezische Gemeente) alle raad van God te vertellen.
In zijn slaap viel Eutychus van de derde verdieping naar beneden en hij werd zo goed als dood opgenomen. Precies echter zoals Elia en Elisa eerder gedaan hadden, wierp ook de apostel zich op de jongeman en zei tot de omstanders: Zijn ziel is in hem. Er was dus nog leven in hem, en zo is ook in deze tijd alle raad Gods nog steeds beschikbaar om ware christenen wakker te schudden.
Toen allen weer in het bovenvertrek waren teruggekeerd, werd de geplande gang van zaken niet alleen hervat, maar lezen we ook dat Paulus hen nog verder toesprak, helemaal tot op de morgenstond:
En boven gekomen, brak hij het brood en begon te eten. Hij sprak nog lang met hen, tot het dag werd, en toen vertrok hij. En zij namen de jongen levend en wel mee en voelden zich bovenmate getroost.
Geestelijk toegepast op onze tijd: Sinds de lange nacht van geestelijke en godsdienstige afvalligheid, heeft zich in moderne tijden een geestelijke revival voorgedaan. Een geestelijke opleving, waarvan in het bijzonder de laatste generatie van ware, geroepen christenen – in afwachting van de ‘morgenstond’ van de Opname – groot geestelijk profijt heeft gehad en nog heeft.
Zie: De Opname
-.-.-.-